
Betekenis: At-the-money
Wat betekent "At-the-money"?
"At-the-money" (ATM) is een term die wordt gebruikt in de context van optieshandel en verwijst naar de situatie waarin de uitoefenprijs van een optie gelijk is aan de huidige marktprijs van het onderliggende effect. Met andere woorden, een optie is at-the-money wanneer de uitoefenprijs en de marktprijs van het onderliggende effect op hetzelfde niveau liggen.
Bij een call-optie betekent "at-the-money" dat de uitoefenprijs gelijk is aan de huidige marktprijs van het onderliggende effect. Bijvoorbeeld, als de huidige marktprijs van een aandeel €50 is en de uitoefenprijs van een call-optie op dat aandeel ook €50 is, dan is de optie at-the-money.
Bij een put-optie betekent "at-the-money" eveneens dat de uitoefenprijs gelijk is aan de huidige marktprijs van het onderliggende effect. Bijvoorbeeld, als de huidige marktprijs van een aandeel €50 is en de uitoefenprijs van een put-optie op dat aandeel ook €50 is, dan is de optie at-the-money.
Wanneer een optie at-the-money is, betekent dit dat de optie geen intrinsieke waarde heeft. De optie heeft geen winstgevende mogelijkheid op basis van de huidige marktprijs van het onderliggende effect. De waarde van een at-the-money optie bestaat voornamelijk uit de verwachtingswaarde, die gebaseerd is op de volatiliteit en de verwachte prijsbewegingen van het onderliggende effect.
Hoe werkt een put optie?
Een put-optie is een financieel contract dat de houder het recht geeft, maar niet de verplichting, om een bepaald onderliggend effect te verkopen tegen een vooraf vastgestelde uitoefenprijs (strikeprijs) gedurende een bepaalde periode. Het is een vorm van een afgeleid instrument, dat wordt verhandeld op optiebeurzen.
Hier is een algemene uitleg over hoe een put-optie werkt:
- Onderliggend effect: Een put-optie is gekoppeld aan een onderliggend effect, zoals aandelen, obligaties, valuta's of grondstoffen. De put-optie geeft de houder het recht om het onderliggende effect te verkopen.
- Uitoefenprijs: Elke put-optie heeft een uitoefenprijs, ook wel bekend als strikeprijs. Dit is de prijs waartegen de houder van de put-optie het onderliggende effect kan verkopen. De uitoefenprijs wordt vooraf bepaald bij het aangaan van de optie.
- Houder en schrijver: In een put-optie is er een houder en een schrijver. De houder koopt de put-optie en heeft het recht om het onderliggende effect te verkopen. De schrijver is degene die de put-optie verkoopt en de verplichting heeft om het onderliggende effect te kopen als de houder ervoor kiest om de optie uit te oefenen.
- Optiepremie: Om een put-optie te verkrijgen, moet de houder een premie betalen aan de schrijver van de optie. De premie is de prijs van de optie en kan variëren op basis van factoren zoals de marktprijs van het onderliggende effect, de uitoefenprijs, volatiliteit en de resterende looptijd van de optie.
- Optie-uitvoering: Als de marktprijs van het onderliggende effect op de vervaldatum van de optie lager is dan de uitoefenprijs, kan de houder ervoor kiezen om de put-optie uit te oefenen. De houder verkoopt dan het onderliggende effect tegen de uitoefenprijs, ongeacht de huidige marktprijs.
- Winst en verlies: De houder maakt winst op een put-optie als de marktprijs van het onderliggende effect daalt en lager is dan de uitoefenprijs minus de betaalde premie. De winst is afhankelijk van het verschil tussen de uitoefenprijs en de lagere marktprijs. Als de marktprijs hoger is dan de uitoefenprijs, kan de houder ervoor kiezen om de optie niet uit te oefenen en zal de betaalde premie verloren gaan.
Het is belangrijk op te merken dat put-opties gebruikt kunnen worden om te speculeren op een koersdaling van het onderliggende effect of als een vorm van portefeuilleverzekering om verliezen te beperken. De werking en risico's van opties zijn complex en het is raadzaam om professioneel advies in